Martin wordt in de ochtend gewekt door de wekker op zijn telefoon. Samen met zijn broertje en ouders ontbijt hij voor hij met zijn broertje naar school , en zijn ouders naar hun werk gaan. Zijn ouders werken in de tertiaire sector ook wel de dienstensector genoemd. De tertiaire sector zijn alle beroepen in de dienstverlening, zoals bijvoorbeeld het werken in winkels, scholen, banken en advocatenkantoren. Hoe meer mensen  in de tertiaire sector werken hoe hoger de welvaart in een land is. Zijn vader werkt als advocaat veel voor multinationale ondernemingen. Dat zijn grote bedrijven die in meerdere landen kantoren en fabrieken hebben, zoals Shell, KLM, ING en Coca-Cola. 

Martin gaat vijf keer per week naar school. In Nederland moet je tot je 16 bent naar school. Hierdoor is de alfabetiseringsgraad 99 procent. De alfabetiseringsgraad geeft aan hoeveel procent van de bevolking boven 15 kan lezen en schrijven. Na school gaat hij naar zijn opa en oma in een serviceflat. In deze serviceflat wonen veel oudere mensen die gebruik maken van de voorzieningen die worden aangeboden, zoals fysiotherapie, maaltijdservice, verzorging en verpleging. In Nederland wonen veel oudere mensen, omdat de levensverwachting in Nederland gemiddeld 82 jaar is. De levensverwachting is, hoe oud mensen gemiddeld in een land worden.

Samen met zijn opa en oma heeft hij het over de les aardrijkskunde die hij vandaag op school heeft gehad. Zijn oma vraagt hem uit welk land zijn jas komt. In zijn jas zit een  kaartje waarop staat: "made in Vietnam''. Zijn oma zegt dat dit komt door de globalisering. Zij vertelt dat 70 jaar geleden, toen zij 13 was, al haar kleren nog gewoon uit Nederland kwamen. Globalisering is het proces waarbij gebieden wereldwijd steeds meer met elkaar verbonden raken. Zijn oma zegt dat dit komt doordat Vietnam een lagelonenland is. In Vietnam zijn de loonkosten lager, wat gunstig is voor bedrijven die veel gebruik maken van mensen. In Nederland zouden de bedrijven de arbeiders veel meer moeten betalen om die jas te maken dan in Vietnam. De jas zou dan in de winkel veel duurder zijn. In Nederland zijn veel producten in winkels te koop die gemaakt zijn in lagelonenlanden, maar ook uit andere delen van de wereld worden producten ingevoerd. Zijn opa vertelde dat toen hij jong was veel levensmiddelen waaronder groente en fruit niet te koop waren in Nederland. Vroeger lagen er geen flessen wij uit Australië, kiwi's of humus in de supermarkt.  Ook hoefde hij nooit voor zijn werk naar andere landen. De vader van Martin heeft als advocaat wel veel contacten over de hele wereld en reist hij regelmatig voor zaken naar andere landen.

Logo's van een aantal multinationals

Landschap Nederland

Martin is benieuwd naar de grond in Nederland en gaat op onderzoek uit. Zelf woont hij in een polder, dat is een vlak gebied dat is omringd door dijken waarbinnen het waterpijl wordt gereguleerd.  Voor zijn onderzoek gaat hij naar Drenthe. Als hij in Drenthe aankomt ziet hij veel lage heuvels. Dat zijn stuwwallen. Stuwwallen ontstaan doordat het ijs van gletsjers in de laatste ijstijd de grond omhoog hebben geduwd. Daarna smelt het ijs en blijven er heuvels achter. Als hij verder gaat ziet hij veel grote stenen en sommige zijn enorm. Dat zijn zwerfstenen. Zwerfstenen zijn in Nederland terechtgekomen doordat ze zijn meegenomen door het ijs van de saale-ijstijd. De saale-ijstijd is de laatste koude periode in Europa waarbij veel ijs vanuit Scandinavië in Europa is gekomen. Door al die stuwwalen is er veel reliëf. Reliëf zijn de hoogteverschillen in het landschap. Martin gaat zwemmen in een riviertje. Hij merkt dat er veel zand en klei op de bodem ligt. Het proces waarbij dit is gebeurd heet sedimentatie. Vanuit de bergen worden er heel veel stenen meegenomen met de rivier. Ondertussen slijten al die stenen tegen andere stenen waardoor de stenen steeds kleiner worden. Uiteindelijk blijft er alleen nog zand en klei over. Als de stroomsnelheid laag is dwarrelt de klei en het zand naar beneden. Dit heet sedimentatie. Martin weet nu al veel meer over Nederland en zijn grond, hij besluit om naar huis te gaan.